Of ik in een zwart gat gevallen ben na de publicatie van mijn boek? Ik krijg de vraag de laatste tijd vrij vaak. Het antwoord is: zeker niet. Er is juist rust over me gekomen. Dit boek moest en zou er komen, en zie daar: ik heb het geflikt.

De eerste paar weken na de boekpresentatie verkocht ik dagelijks boeken, nu een of twee per week. Inmiddels ben ik ervan doordrongen dat ik als selfpubber, ook wel indie-auteur genoemd, behoorlijk aan de bak moet om mijn boek te promoten. En dat in de bemoedigende wetenschap dat de selfpubber in zijn algemeenheid niet het beste imago heeft. Een auteur met uitgever heeft, al dan niet terecht, het stempel ‘dat zal wel goed zitten’. Ik moet het zonder dat keurmerk doen. Dus hoe overtuig ik een boekhandel ervan dat je mij gerust naast Griet Op de Beeck kunt neerleggen? Ja, ik durf groot te denken.

Nu heb ik het volgende plan. En ik deel het van tevoren met jullie want eenmaal openbaar aangekondigd betekent doorpakken. Dit ga ik doen: volgende week woensdagmiddag heeft mijn dochter een verjaardagsfeestje. Dus heb ik een paar uurtjes de handen vrij. In plaats van een berg wasgoed strijken of Netflixen, ga ik met mijn boek onder de arm naar twee boekhandels in Arnhem met de vraag of ze mijn boek in consignatie willen nemen. Consiewatzegje? Als ik het goed begrepen heb, werkt dat zo: ik lever zelf een bescheiden stapeltje boeken aan bij de boekhandel, en de boekhandel legt het op hun tafel voor de verkoop. Ze hoeven dus niet vooraf te investeren door zelf mijn boek in te kopen (zonder zeker te weten dat het verkoopt), en pas als mijn boek verkocht wordt verdienen zowel zij als ik eraan.

Als ik denk aan hoe ik die boekhandel binnenwandel krijg ik een droge keel en klamme handjes. Wat nou als ze zeggen: ‘We werken niet met indie-auteurs want de kwaliteit is meestal bedroevend.’ Of erger: ‘Titels met het woord dood erin verkopen minder goed.’ Dat schijnt echt zo te zijn. Zou die schattige foto van Koen op de cover niet juist een klantenmagneet zijn?

Ik heb nog een week om moed te verzamelen. Kortom, ik heb helemaal geen tijd om in een zwart gat te vallen.