Tamara

schrijft

Maand: maart 2021

Eigen naad

Scheiden is niet grappig. Ik raad het iedereen van harte af. Tenzij bij elkaar blijven een slechter idee is dan uit elkaar gaan. Als dat niet aan de hand is: maak er iets van.

Scheiden met kind leverde in mijn situatie – gelukkig – co-ouderschap op. Ik zou het voor ons kind niet anders gewild hebben. Al had ik haar natuurlijk eindeloos van harte gegund dat ze dit niet mee had hoeven maken. Maar wat ik zeg: uit elkaar gaan was het minst slechte idee. Gelukkig was co-ouderschap op geen enkele manier een punt van discussie. Dus zo doen we het, inmiddels anderhalf jaar.

Dat betekent dat ik om de week alleen ben. Zonder mijn kind. Best gek. Omgeven zijn door barbies, puzzels, stiften, creatieve bouwsels van dozen, een lege meisjeskamer vol knuffels en paardenposters, en niet wetende wat je kind allemaal doet en meemaakt als ze een week bij haar vader is. Tuurlijk krijg ik weleens een berichtje van haar vader als er iets speciaals speelt, of praat kindlief me spontaan bij als ze weer bij mij is. Maar het is anders dan de dagelijkse routine met elkaar draaien, commentaar krijgen op wat ik nu weer gekookt heb, drama schoppen om dat ene shirt dat in de was zit, samen ieder ons eigen boek lezen in het grote bed waarbij ze me voorleest uit De Waanzinnige Boomhut. ‘Mama, dit is echt grappig, luister dan!’

En toch went het. Ook al voel ik me daar soms schuldig over. Kan een moeder aan die afwezigheid wennen? Een goede moeder ook?

In de week dat dochterlief er niet is, ben ik vrij op woensdag. En dat komt heel vaak verdomde goed uit. Omdat ik moe ben, overprikkeld for whatever reason, en volledig mijn eigen naad wil naaien. Zoek die laatste maar even op, de uitdrukking bestaat echt en klinkt in het dialect van mijn ouders het best.

Vandaag was zo’n woensdag. Afgezien van een gepland bezoekje aan de Hema, had ik verder niets te doen. Dat resulteerde in een dag vol… noppes. De grootste inspanning zat in koken en de vaatwasser in- en uitruimen. De overige uren heb ik gevuld met een schandalig lang dutje, lezen in de zon, Netflixen, wat gepruts met fotolijstjes en nagels lakken met een nieuw lakje (dat lakje stond niet op mijn Hemalijstje, maar ja, als je ein-de-lijk weer mag…).

Het past me, dit soort dagen. Altijd al. Maar zeker nu mijn sensitieve aard weer een slinger voorwaarts heeft gekregen. Ik rust uit, fysiek en mentaal. Nog één stapje omlaag, en dan naar nul. Nul antidepressiva. Ik ga die ene woensdag in de twee weken in mijn eentje, samen met Netflix, nagellak en mijn bed, hard nodig hebben. Zodat ik er meer dan 100% kan zijn voor dochterlief. Daar voel ik me dan weer niet schuldig over.

Nu wordt het spannend

Nu wordt het spannend. In vijf maanden ben ik van 75 naar 13 milligram Venlafaxine gegaan. Na ieder stapje omlaag, of omhoog, het is maar hoe je het bekijkt, voelt mijn hoofd in de ochtend enkele dagen alsof ik te snel twee IPA-tjes heb weggetikt, soms gevolgd door een vaag hoofdpijntje. Mag geen naam hebben.

Spannender vind ik het verschil. Het verschil tussen ‘Tamara met’ en ‘Tamara zonder’. Want dat verschil begint zich af te tekenen. Voor mij in ieder geval, geen idee of anderen het merken. Ik zou het ook kunnen uitleggen als terugkeer van klachten, maar voorlopig voelt dat niet zo. Het is eerder alsof ik meer mezelf word. Terwijl dat nota bene precies was wat ik zei toen ik aan de pillen begon en ze na drie weken hun werk deden. Hoeveel zelven heb ik eigenlijk?

Meer mezelf worden is niet per se comfortabel. Het gaat gepaard met een groeiende gevoeligheid. Voor knetterende brommers en laaghangende zon. Voor mijn kind, dat alle tijd van de wereld heeft, ook als we nog maar vijf minuten hebben voor ze op school moet zijn. Voor iedere cheesy scène in een Netflixserie die ik normaal met droge ogen zou consumeren. Voor ieder zorgzaam appje van mijn lief.

Vorige week hing van de gedoetjes aan mekaar. Maandag moest ik verlof nemen want kind ziek, geen corona, wel even bloedprikken (alles oké). Ikzelf was al enkele dagen nagenoeg doof vanwege verstopte oortjes. Pas na twee bezoekjes aan de huisarts en de waterspuit waren mijn trommelvliezen weer zichtbaar. Tot die tijd leverde ik een stevige inspanning om Team-vergaderingen goed te kunnen volgen. Wat zeiden ze nou? Of hoorde ik iets anders? Dat gold ook voor mijn dochter, televisieprogramma’s, cassières met mondkapjes en wat dies meer zij. Vervolgens een rondje fysio want er zat van alles vast. Au. En dan laat ik de oncomfortabele drukte op het werk nog onbesproken.

Mijn gevoelige nieuwe zelf vond al die gedoetjes niet zo fijn. Agitatie en vermoeidheid vochten om voorrang, op de hielen gezeten door schuldgevoel. Want hallo, voorgaande alinea is niet bepaald een beschrijving van serieus wereldleed. People are dying, weet je wel. Stelde ik me aan? Wat is normaal en wat niet? Of zijn dat irrelevante vragen?

Het is zoeken naar een nieuwe modus, passend bij hoe mijn kale bedrading zonder Venlafaxine werkt. Ik ben nog steeds vastbesloten om uit te komen bij een leven ‘zonder’. Niet omdat ik tegen medicijngebruik ben, integendeel, maar omdat ik er blijkbaar aan toe ben. Omdat het idee van ‘zonder’ fijner voelt. Het is spannend hoe dat uitpakt in de praktijk.

Mijn gebruiksaanwijzing is momenteel een dynamisch document. Wat heeft ‘Tamara zonder’ nodig om lekker te blijven draaien, thuis, op het werk, in het leven? Hoofdstuk 1 van mijn gebruiksaanwijzing luidt in ieder geval: Geef jezelf de tijd.

© 2024 Tamara

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑