Floortje Dessing spreekt in Namibië met de Nederlandse Lianne, 31 jaar oud. Samen met haar Zuid-Afrikaanse partner Will, leeft zij al bijna drie jaar in een auto in de woestijn van Namibië om op die manier unieke beelden te kunnen schieten van zeldzame wilde dieren. Floortje vraagt Lianne of ze niet bang is dat er iets mis gaat, zo ver van de bewoonde wereld. Lianne legt uit dat ze sinds de dag dat haar vader op 42-jarige leeftijd zijn eerste hartaanval kreeg, leeft met het besef dat het leven iedere dag eindig is. En als het mis gaat in de woestijn, dan is dat zo. ‘Dan heb ik wel echt geleefd’, besluit ze haar betoog. ‘Al ben ik er nog lang niet klaar mee’, voegt ze voor de duidelijkheid toe.
Ik luister verbaasd en vraag me af: als ik nu dood ga, heb ik dan echt geleefd? Iedereen kan zichzelf die vraag stellen en ieder antwoord zal anders zijn. Over mijn eigen antwoord denk ik nog na.

Met nog meer verbazing luister ik naar de kritiek op de man die bij DWDD vertelde over zijn werk bij de Levenseindekliniek. Er werden tijdens de uitzending beelden getoond uit de documentaire die gemaakt is over de kliniek. Ook van het moment waarop een demente mevrouw haar laatste adem uitblaast na een dodelijke injectie. Heftig. Intiem. Ik vond er van alles van maar veroordeelde niet. Ik zag ten slotte enkel deze beelden, laat staan dat ik het volledige verhaal van die mevrouw ken.

En toch waren er hoogleraren die zonder blikken of blozen de meneer van de Levenseindekliniek voor moordenaar uitmaakten. Er net zo weinig van wetende en gezien hebbende als ik. De arrogantie was tenenkrommend. De rust waarmee de meneer van de Levenseindekliniek reageerde lovenswaardig.

Bevallingen komen ook – soms full frontal – in beeld. Nieuw leven, op de wereld gezet met alle oerkracht die er is. Je kijkt er naar of niet. Waarom mag de dood, middels euthanasie in dit geval, niet in beeld gebracht worden? Kijk er niet naar als je dat niet wilt.

Het leven mag gevierd en gezien worden, de dood verdient wat mij betreft diezelfde eer. Nou ja, de dood vieren is vermoedelijk wat te veel gevraagd maar als iemands leven eindigt, verdient dat aandacht. Een nieuwbakken moeder krijgt als haar kleintje een jaar oud is nog regelmatig de vraag: hoe gaat het met de kleine? Een nieuwbakken rouwende krijgt gemiddeld na een maand of twee, drie nog zelden de vraag: hoe gaat het met je?

Ik weet het, de dood is een lastig thema en er alle dagen nadrukkelijk bij stil staan dat het leven eindig is, doet vermoedelijk weinig goeds voor je gemoedstoestand. En van ‘leef je leven alsof elke dag je laatste is’ krijg ik ook jeuk. Ik denk dat een tussenweg goed kan, die probeer ik steeds te vinden. Genieten van elke dag, maar niet net doen alsof er geen morgen is. Dus we sparen voor ons pensioen en de studie van onze dochter.

Het leven mag gezien worden, de dood ook. Wie er niet naar kijken wil, houdt zichzelf voor de gek. Wie veroordeelt, heeft nog niet genoeg van het leven geleerd.