Tamara

schrijft

Pagina 18 van 27

Kerstgemis

Nee, ik mis mijn broer niet meer dan anders tijdens kerst. Het gemis is altijd groot namelijk, kerst of niet. Juist tijdens de alledaagse dingen van het leven is de leegte voelbaar. Nooit meer bellen of een bakje koffie doen. Geen biertje meer pakken samen, nooit meer zijn aardige gezicht zien oplichten als ik voor de deur sta. Ik mis zelfs mijn gemopper op hem, als hij voor de zoveelste keer geen kerstkado had geregeld voor onze ouders en een dag van tevoren vroeg of hij ‘met mijn kado mee mocht doen’. Hij grinnikte erbij, omdat hij wist dat ik na wat zusterlijk gemopper toch wel ja zei.

Oudjaarsavond daarentegen is tot nu toe taai gebleken. Tot half twaalf gaat het vrij aardig, mede dankzij de afleiding van cabaret op tv, hapjes op tafel en wat gezellige kletspraat met manlief tussendoor. Maar zodra die klok in beeld komt en het vuurwerk de lucht in vliegt denk ik: gelukkig nieuwjaar my ass. Weer een jaar zonder Koen. Voor de negende keer deze keer.

Maar zoals dat gaat in het leven, bestaat er naast het verdriet ook iets moois op 1 januari 2017. Mijn man en ik zijn dan tien jaar bij elkaar. Ook toen ik maandenlang in diepe rouw verkeerde, zette hij door. Mijn vader zei daarover: ‘Ik had het niet raar gevonden als ie was vertrokken. Hij heeft ten slotte niet gevraagd om die ellende. Maar hij is bij je gebleven en dat zegt iets over zijn karakter.’ En mijn leukheid natuurlijk.

Ondanks die taaiheid vind ik het geen optie om ruim voor middernacht naar bed te gaan op 31 december. Ik wil die jaarwisseling recht in de muil kijken. Als ik iedere keer dat ik Koen mis wegduik, leef ik maar half. Daar is natuurlijk geen bal aan. Dus er zit niks anders op dan de pijn erbij te nemen. En ik zeg het niet snel van mezelf, maar daar ben ik de afgelopen jaren behoorlijk bedreven in geraakt.

Gelukkig heb ik ook mooie dingen bijgeleerd. Het moederschap bijvoorbeeld. In die discipline raakt een mens nooit uitgeleerd. Want net als je je kind en de bijbehorende leeftijdsfase hebt doorgrond en denkt dat je het ein-de-lijk doorhebt, schakelt mini-you subiet over naar het volgende level. Met een hogere moeilijkheidsgraad, meer booby traps en minder levens. Het kost me soms een extra rimpel maar oh wat hou ik van deze leerschool. En van mijn kind.

Door mijn deelname aan de schrijfwedstrijd van Editio *), krijg ik veel reacties van mensen die ook een geliefde zijn kwijtgeraakt aan zelfdoding. Met één dame heb ik de afgelopen weken regelmatig contact via Facebook. Voor haar is het verlies nog vers, het is een jaar geleden dat haar broer eruit stapte. Ik herken haar worsteling, de vragen, de frustratie. De zorg dat haar leven nooit meer écht normaal – laat staan leuk – wordt, dat de schaduw van het verlies overheersend blijft. Ik hoop haar en iedereen die deze zorg heeft gerust te kunnen stellen. Ja, er zal altijd een tijd ‘voor’ en ‘na’ zijn. En niets is meer zoals het was. Maar het wordt weer leuk, het leven.

Schijt aan die stomme jaarwisseling. Gezellige kerstdagen en een heel gelukkig nieuwjaar!

*) Stemmen kan nog tot en met 14 januari!

Prettige wedstrijd

Nu de deadline voor het inleveren van verhalen voor de schrijfwedstrijd nabij is (14 december) en er nog een maand gestemd kan worden (tot en met 14 januari), leek het me tijd voor een rondje zelfreflectie. Hoe bevalt dat nou, meedoen aan zo’n competitie?

Ik hou het losjes en luchtig. We zien wel. Dat dacht ik toen ik mijn verhaal inzond voor de wedstrijd. Ik deelde mijn inzending via Facebook en verwachtte daar niets bijzonders van. Tot ik ontdekte dat ik stemmen kreeg. Wauw. En dat mensen bereid waren te delen. Hopla, nog meer stemmen. Ik zette ook Twitter in. En jawel, de teller steeg. Sterker nog, ook onbekenden begonnen te stemmen en te delen. Inclusief professionals uit de journalistiek en hulpverlening. Instagram en LinkedIn deden ook nog een beschaafde duit in het zakje en toen werd ik toch wel fanatiek. Om mijn man te citeren: ‘Ik heb je nog nooit zo competitief gezien.’ En dat terwijl ik vijfentwintig jaar op het volleybalveld heb gestaan.

Tot ik vorige week ontdekte dat mijn humeur evenredig steeg, of eigenlijk daalde, met mijn stemmenaantal. Te weinig opwaartse beweging? Dan bekroop mij een narrig gevoel. Nog erger werd het toen ik niet langer op nummer één stond. Ho. Wacht even. Ik leek wel zo’n vrouw die haar gemoedstoestand laat afhangen van de weegschaal. Ik besloot afstand te nemen. Een buurmeisje van vroeger (nu ook veertigplus maar het blijft mijn buurmeisje) gaf me een wijs advies: geniet gewoon van het succes. En voormalig volleybalgenoot C. zei dat ze sowieso onder de indruk was van het aantal likes op mijn verhaal. Oh ja.

Sindsdien ben ik nog steeds bezig om mijn verhaal onder de aandacht te brengen, maar dan iets meer ontspannen. Dat scheelt een hoop fronsrimpels. Natuurlijk, ik wil nog steeds graag die publieksprijs winnen want mijn drijfveer is onverminderd groot: aandacht voor zelfdoding, nabestaanden en rouw van broers en zussen. En hen steun bieden door erover te schrijven. Maar ik realiseer me: meedoen is het belangrijkste. Belangrijker dan winnen? Eh.. volgende vraag.

De reacties en steun die ik van mensen krijg, dichterbij en verder weg, is werkelijk hartverwarmend. Als het kon, zou ik voor alle ‘likers’ een feestje organiseren met bier & bitterballen, ongeacht het eindklassement straks.

Laat ik afronden met een gesprekje tussen mijn dochter en mij vandaag:

Dochter, gealarmeerd: ‘Mam, waar heb je die sticker gelaten?’

Ik: ‘Daar, op de plank.’ Gooi nooit dingen weg die je in de rugzak van je kind vindt, ook al zien ze er nog zo ranzig uit.

Dochter: ‘Die sticker is heel belangrijk.’

Ik: ‘Oh ja? Waarom dan?’

Dochter: ‘Dat is de magische sticker van S. (vriendinnetje) en als ze dood gaat moet je die op haar plakken en dan wordt ze weer levend.’

Ik: ‘Dat is inderdaad magisch. Werkt dat ook bij andere mensen?’

Dochter: ‘Ja.’

Ik: ‘Dan wil ik ‘m wel op ome Koen plakken.’

Dochter: ‘Nee, dat kan niet, want die is heel hoog in de hemel.’

Ik: ‘Hij ligt toch op het kerkhof in Giesbeek?’

Dochter: ‘Ja, maar je kunt hem niet meer zien dus dan kan het niet.’

Ik: ‘Da’s nou jammer.’

 

-Koen & ik, 1978-

1978

Bloot met die billen

Vorig weekend. Het is een grijze zaterdagmiddag en daar zit ik. Aan het bureau op onze ruime zolder, mijn blik gericht op de open geklapte laptop. Gehuld in een weinig flatteuze maar comfortabele joggingbroek. Kopje thee erbij, en een gevulde thermoskan ernaast om in ieder geval één smoes minder te hebben om te stoppen met wat ik van plan ben te gaan doen. Ik weet dat ik het wil, dat ik het kan en dat het moment daar is om door te pakken. Man de hort op, kind uitbesteed. Kortom, niets houdt me tegen om mijn manuscript weer eens diep, langdurig en ongestoord in de ogen te kijken.

Voor ik het weet ben ik tweeënhalf uur verder en is de thee koud geworden. Ik ontwaak uit een soort meditatieve toestand en constateer dat het al bijna donker is. Ik was verdwenen in het verhaal, in de woorden en de jaren die voorbij gingen. Het verhaal van Koen en mij, over wie hij was, wie wij waren als broer & zus en waarom ik denk dat hij eruit stapte. Ik heb geschreven, geschoven, geschrapt en tranen weggeslikt. En geaarzeld. Moet ik wel zó met de billen bloot? Ja. Als ik mijn eigen rafelrandjes achterwege laat is het verhaal niet compleet. Mijn broer en ik, wij leken op elkaar.

Ik pauzeer even van mijn manuscript en klik naar de site van Editio, naar mijn wedstrijdverhaal. Tot mijn verrassing en dankbaarheid ben ik de duizend stemmen gepasseerd! De afgelopen weken kreeg ik niet alleen veel stemmen maar ook veel reacties. Via Facebook, Twitter, LinkedIn en Instagram. Allemaal even hartelijk, warm, lief of ontroerend. Stuk voor stuk aanmoedigingen om door te gaan, om dat boek te schrijven.

Toen mijn artikelen vorig jaar in de NRC Next en JAN Magazine verschenen, had ik een veel groter bereik dan nu met mijn wedstrijdverhaal. Toch voelt meedoen aan deze wedstrijd kwetsbaarder. Misschien lijkt het op het verschil tussen spelen in een uitverkochte Kuip of spelen in de bovenzaal van Luxor Live. In dat kleine bovenzaaltje is er voor de muzikant geen ontsnappen aan. Hij voelt direct hoe zijn muziek landt. Alle social media tezamen vormen voor mij een soort bovenzaal waar ik deelgenoot wordt gemaakt van alle emoties die mijn verhaal oproept. Een bijzondere ervaring.

Ik besluit dat het genoeg is geweest voor die zaterdag en klap de laptop dicht. Maar het schrijfvuur is weer flink opgepookt dus binnenkort zit ik opnieuw in joggingbroek op zolder te werken aan het manuscript. Mijn broertje is dan wel dood maar mijn verhaal over hem is alive and kicking.

Stemmen kan nog tot 14 januari:http://mijn.editio.nl/schrijfwedstrijd/er-is-iets-heel-ergs-gebeurd/

Koen & ik – 1 en 6 jaar oud, winter 1979 –

img_20150927_0002-winter-79

Vies woord

Mijn vieze-woorden-vocabulaire is best goed ontwikkeld. Of eigenlijk is het meer dat ik een vies woord of een recht-voor-de-raap-uitdrukking niet schuw. Laten we wel wezen, soms is iets gewoon k#t of kl#te. Dat mag gezegd worden vind ik.  Al vraagt mijn vader zich tot op de dag van vandaag retorisch af, zodra er weer iets krachtigs uit mijn mond ontsnapt: ‘Dat is toch geen taal voor een dame?’ Of: ‘Zo heb ik je toch niet opgevoed?’ Nee, heb ik helemaal zelf geleerd.

Nu is er onlangs totaal onverwacht een vies woord uit mijn vocabulaire geschrapt. Het blijkt namelijk een goed, braaf woord te zijn. Ik ben nog niet helemaal overtuigd maar experimenteer er wel mee. We hebben het over: profileren.  Nee, dat scheldt inderdaad niet heel lekker weg, maar ik vond het toch een vies woord. Nu niet meer. Ik zal het toelichten.

Van Dale zegt over profileren: een eigen karakter vertonen. Elders vond ik deze uitleg: profileren betekent de aandacht op jezelf vestigen. En een collega duidde het als: je laat zien waar je goed in bent. Noem het een vrouwending, of in ieder geval een Tamarading maar profileren associeer(de?) ik toch vooral met een flinke emmer arrogantie. In de sfeer van: kijk mij eens goed zijn. Lekker veel over jezelf praten en vertellen wat je allemaal gepresteerd hebt. Oh, en vooral geen belangstelling tonen voor een ander, want ja, wat kan die ander in godesnaam te melden hebben?

Maar nu ontdek ik langzamerhand dat het werkt. De aandacht op mezelf vestigen, op mijn schrijfkwaliteiten in dit geval. Als ik het zo opschrijf, moet ik al de neiging onderdrukken direct op de backspaceknop te rammen. Maar ik doe het niet. Ik vraag gewoon nog een keer aandacht voor wat ik schrijf, en mijn wedstrijdverhaal in het bijzonder. Met dit verhaal, zijnde een inzending voor de debutantenschrijfwedstrijd van Editio, hoop ik de publieksprijs in de wacht te slepen door zoveel mogelijk mensen uit te nodigen op mij te stemmen. Ik heb een missie met mijn verhaal.

Het taboe op zelfdoding is er nog steeds. En het is voor iedereen die zelfdoding van nabij meemaakt zoeken naar hoe je met zo’n verlies dealt. Dat geldt ook voor de omgeving van nabestaanden. Wat gebeurt er met je als je rouwt, wat kun je verwachten, doe je het wel goed? En wat kun je als omgeving het beste doen? Vragen stellen, of juist niet, pannetjes soep aandragen of samen een fles wijn wegtikken? Zelfs ik als ervaringsdeskundige heb De Antwoorden niet, omdat het voor iedereen anders is. Maar ik hoop dat alles wat ik schrijf over de zelfdoding van mijn broer en wat dat deed en doet met mij als zus, iemand helpt. Ook het taboe en de vooroordelen moeten kleiner. Als ik daar aan bij kan dragen, ben ik tevreden.

Laat ik het maar eens ‘hardop’ zeggen: ik profileer mij als schrijver van non-fictie, met als voornaamste thema de zelfdoding van mijn broer en mijn eigen rouwproces. Mijn belangrijkste drijfveer is mensen die ook zoiets meemaken, tot steun te zijn omdat ze herkenning en daarmee troost vinden in mijn woorden.

Voor wie wil: stem op mijn verhaal. Klik op de link en vervolgens op het hartje rechts naast mijn tekst. Delen via je Facebookaccount is helemaal lief.

Er is iets heel ergs gebeurd

Inzending schrijfwedstrijd Editio

Ja, ik heb het gedaan: mijn inzending voor de debutantenschrijfwedstrijd van de online schrijversacademie Editio is geplaatst!

En nu? Nu mag iedereen die dat wil via onderstaande link een like uitdelen aan mijn verhaal, en wie weet val ik mede dankzij jullie in de prijzen! Stemmen kan tot en met 14 januari 2017.

Er is iets heel ergs gebeurd

 

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 Tamara

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑