Je kunt dit niet.
Binnenkort val je door de mand.
Wie zit er op jouw bijdrage te wachten?
Wie ben jij om hier iets van te vinden?
Ze vinden je een beginneling.
Toen ik net begon in het P&O-vak, of HRM-vak zo je wilt, zat er een poppetje op mijn linkerschouder dat bovenstaande zinnetjes minstens een keer per dag in mijn oor tetterde. Op mijn rechterschouder zat ook een poppetje dat er bovenuit probeerde te komen met de mantra: dikke onzin.
In de beginjaren won het poppetje op de linkerschouder bijna altijd. Totdat ik meer ervaring opdeed en parallel daaraan meer zelfvertrouwen kreeg.
Ik kan dit wel.
Ik weet waar ik het over heb.
En die zelfverzekerde manager moet ook gewoon poepen.
Het poppetje op rechts was op den duur bijna altijd de winnaar. Die op links beschouwde ik als een hulpje om me scherp te houden en te blijven reflecteren op mijn functioneren als HRM-adviseur.
Nu ben ik bezig met het organiseren van mijn boekpresentatie. En dat doe ik voor het eerst, dus er komt voortdurend van alles voorbij waarvan ik denk: en hoe ga ik dit doen dan? Tot mijn verrassing bleek het poppetje op links opeens springlevend.
Hoezo boekpresentatie, ben je Renate Dorrestein ofzo?
Eigenlijk is het oerslecht geschreven maar niemand durft het te zeggen.
Waarom al die mensen uitnodigen voor zo’n niksig boekje?
Wie zit er te wachten op jouw verhaal?
Ik herken het venijnige stemmetje direct. Verbaasd luister ik naar de ondermijnende teksten. Al snel grijp ik het monstertje in de kraag en parkeer het buiten gehoorafstand. Gelukkig wordt de tegenhanger op rechts direct actief.
Ja, er zijn al veel boeken geschreven over zelfdoding, maar nog nooit door jou.
Wie het slecht geschreven vindt, tja, die vindt dat.
Trouwens, het is gewoon goed geschreven.
Jouw broertje verdient dit monument. En je ouders en jij ook.
Je bent een doorzetter.
Tevreden constateer ik dat ik de saboteur onder controle heb. Het positiviteitsgoeroetje op rechts overtuigt me nog niet altijd maar dat hoeft ook niet. Ik ga toch wel door.
Er is een proefexemplaar van mijn boek in de maak. Tot nu toe heb ik bijna zestig toezeggingen van mensen die bij de boekpresentatie willen zijn. Gister heb ik de spreker, Daan Westerink, ontmoet. Superleuk en deskundig mens; zij gaat een zeer onderhoudend en informatief kwartiertje verzorgen. Collega Bert, a.k.a. Tammo Tamminga, is het lied dat hij gaat spelen weer aan het oefenen vertelde hij me. Morgen heb ik een vergaderlunch met mijn twee ceremoniemeesters, Emmy en Francine, om het draaiboek door te nemen. Ondertussen veeg ik mijn linkerschouder schoon en zet ik door.
Ik kan dit wel.
Geef een reactie