Tamara

schrijft

Categorie: tamara (pagina 20 van 27)

Dat boek komt er

Vandaag is mijn broer op de kop af acht jaar, vier maanden en negen dagen dood. Hij stapte er zelf uit. Een volstrekt zinloze gebeurtenis die alleen tegen wil en dank iets heeft toegevoegd aan mijn leven. Maar dat wat het toegevoegd heeft, namelijk een dikke vette levensles over verlies, zou ik per ommegaande inruilen voor een levende broer.

Vanaf mijn negende schrijf ik dagboeken. Van spelen met de barbies tot aan de eerste zoen en van heftig hartezeer tot aan puberale filosofietjes over het leven. Schriften vol. Toen Koen overleed, begon ik diezelfde dag nog te schrijven over wat er gebeurd was. En wat er mij gebeurde. Eerst nog als vanouds met pen en papier maar dat voldeed niet meer. Ik dank mijn ouders dat ze me ooit naar een cursus blind typen hebben gestuurd want nu kon ik als een malle met tweehonderd aanslagen per minuut heel die misselijke ellende in de computer rammen. En al vrij snel wist ik: dit dagboek is een houvast om mijn verhaal op te schrijven. Voor iedereen die ook zoiets meemaakt. Omdat herkenning troost biedt. Als er dan toch niets meer aan te doen is, dan knijp ik uit alle macht het minieme beetje zingeving uit dit verdriet.

En er zijn weinig verhalen die gaan over het verlies van een broer of zus door zelfdoding. Wel vond ik boeken van partners die vertellen over hun levensgezel die uit het leven stapte, of van ouders over hun tienerkind. Maar ik vond minder dan een handvol verhalen van zussen die hun broer aan zelfdoding zijn kwijt geraakt. En dus moet mijn verhaal daar aan toegevoegd worden.

Het is een lang proces. Niet in de laatste plaats omdat ik een leven heb dat tijd vreet, maar ook omdat het een hele struggle is om het verhaal op te schrijven. Want wat ís mijn verhaal eigenlijk? Hoe bouw ik het op, in welke volgorde? Wat is relevant en interessant voor de lezer? En hoeveel geef ik van mezelf bloot? Vandaag leerde ik op een schrijfdag van het blad Schrijven Magazine dat als je jezelf opvoert als hoofdpersonage, je met de billen bloot moet. Laat maar zien, die rafelrandjes van je karakter. Slik.

Ik heb al ruim vijfenveertigduizend woorden getikt. Misschien moet de helft ook weer geschrapt worden. Maar al duurt het nog acht jaar, vier maanden en negen maanden: dat boek komt er. Voor Koen, voor mezelf en vooral voor iedereen die te maken heeft met zelfdoding.

Mijn artikel in JAN

doorgaan-na-zelfmoord-tips-van-een-ervaringsdeskundige-3049

Vorig jaar december verscheen in Jan Magazine mijn artikel over de zelfdoding van mijn broer Koen. Omdat ik als een heuse pro een contract had getekend waarin onder andere stond dat Jan tot juli van dit jaar het exclusieve recht had op het gebruik van het artikel, kon ik het nog niet vrijuit rondstrooien. Die periode is nu voorbij en ik mag mijn stuk delen met wie ik wil. Bij deze, te beginnen op mijn eigen pagina.

artikel-jan-magazine-dec-15-t-baars

Doorgaan

Nog één dag werken voor mijn welverdiende en broodnodige vakantie zich aandient. Het is donderdagavond, ik zit op de bank en geniet van een het-is-bijna-vakantie-biertje terwijl ik naar een documentaire van Louis Theroux kijk over alcoholisme. Ondanks de aftakeling die in beeld wordt gebracht, nip ik tevreden van mijn IPA. De ontspanning wint het langzaam van de vermoeidheid.

Mijn man komt thuis van een barbecue met collega’s. Hij komt naast me zitten, checkt het nieuws op zijn mobiel. ‘Er is een aanslag geweest in Nice’, zegt hij. Of het door het bier komt of door mijn bijna-vakantie-modus, geen idee, maar de volgende dag weet ik niet meer dat hij dit gezegd heeft. Volgens mij denkt hij dat ie het gezegd heeft.

De volgende dag heeft onze dochter haar eerste schoolreisje, naar het Land van Jan Klaassen. Ik heb haar roze Frozenrugtas alvast ingepakt met droge kleren, tip van de juf. Ik ga naar bed, iets te laat en met net één biertje te veel op om er de volgende dag niets van te merken.

Het is vijf uur in de ochtend. Ik word wakker omdat ik naar het toilet moet. Terug in bed check ik nog even mijn mobiel, wakker als ik ben. En ik lees over de aanslag. Over de doden. Over de paniek, de verbijstering. Toch worden mijn ogen zwaar en daar voel ik me een beetje schuldig over. Maar de slaap wint.

Het is zeven uur in de ochtend. Ons gezin wordt wakker. Ik vraag mijn dochter: ‘Wat ga je vandaag ook alweer doen?’ ‘Schoolreisje!’ roept ze zonder na te hoeven denken. Terwijl zij haar boterhammetjes eet en een kinderfilmpje kijkt, lees ik het laatste nieuws over Nice. Er staat een foto op de site van de NOS van een overleden kind dat op de boulevard in Nice ligt, bedekt met een zeil en met naast zich een groezelige knuffel. Snel klik ik de foto weg, ik geloof zo ook wel dat het een gruwelijk drama is. Mijn dochter heeft haar ontbijt op en begint weer over het schoolreisje. Ik vertel dat wij haar straks uit komen zwaaien.

Drie kwartier later zijn we net op tijd om mijn dochter hand in hand met haar huidige BFF in de bus te zien stappen. ‘Mamaaa! Papaaa!’ roept ze blij. Het duurt even voordat de grote bus met twee verdiepingen helemaal gevuld is met kleine purken in dezelfde shirtjes met de naam van de school erop. De chauffeur sluit de deuren en rijdt voorzichtig weg. Zwaaiende ouders, zwaaiende kinderen, zwaaiende juffen, een toeterende bus.

Ik stap op mijn fiets en rij naar mijn werk. Mijn hoofd is bij de laatste dingen die ik nog moet afronden. Af en toe wordt de onrustige gedachtenstroom onderbroken door de vertedering die ik voelde bij de aanblik van mijn stoere meid die zin heeft in haar eerste schoolreisje. En dan zie ik ook die ene foto weer voor me. Dat lichaampje, onzichtbaar door het zeil maar indringender kon het leed niet in beeld gebracht worden.

Gisteren vond er een trouwerij plaats, op de boulevard in Nice. Ik bekijk het filmpje. ‘We zijn begonnen met een minuut stilte. Uit respect voor de slachtoffers. Maar het is ook een mooie dag. Mijn zoon gaat trouwen’, zegt de vader van de bruidegom. Even later is een ander geluid goed hoorbaar: ‘Jammer voor jullie huwelijk, maar er zijn mensen dood!’ roept een boze vrouw.

En toch moet én zal het doorgaan. Schoolreisjes, bijna-vakantie-stress, trouwerijen. Het leven.

 

Hello world!

Welcome to WordPress. This is your first post. Edit or delete it, then start writing!

Daar is ie weer

Daar is ie weer. Die ene dag waarin ik me in de afgelopen acht jaar al een paar keer vergist heb. Dit jaar gaat het wel. Ik ga gewoon werken. Om er vervolgens ter plekke achter te komen dat concentreren niet makkelijk gaat, dat de tranen los zitten en dat ik me irriteer aan alle wissewasjes die voorbij komen. Dit jaar doe ik het anders. Ik heb een dag vrij genomen. Geen idee wat ik ga doen, misschien wel helemaal niks, maar ik geef mezelf de ruimte om te laten komen wat komt. Ook als er niks komt.

Vannacht werd ik wakker om half drie. Het eerste wat ik dacht was: acht jaar geleden om deze tijd was mijn broer net dood. Het is niet helemaal duidelijk hoe laat hij precies overleden is, maar het moet ergens tussen middernacht en een uur of drie zijn geweest. Ik weet nog dat ik me verbaasde dat ik toen niet wakker ben geworden. Hoe kan het bestaan dat je niet wakker wordt als iemand waar je zoveel van houdt uit het leven stapt? Dat zou je toch moeten voelen, dwars door de kosmos heen? Niet dus. Terwijl ik heerlijk lag te tukken, was mijn broertje zo eenzaam en zo ver weg van alles, dat de eeuwige slaap hem aantrekkelijker leek dan doorgaan.

Op 6 mei zag ik hem voor het laatst, op 7 mei smste hij me voor mijn verjaardag en op 9 mei identificeerde ik hem ’s ochtends in een koelcel van de politie. Het was net zulk prachtig weer als nu. Een belachelijk contrast met de grijze en ijskoude situatie waarin ik beland was.

Wordt het dan niet makkelijker, na acht jaar? Ik weet het niet. Niet makkelijker, hooguit draaglijker. Als in: ik heb het beter leren dragen. Maar ik zou die last het liefst nog steeds naast me neerzetten en er mijlenver van weglopen. Gewoon in een rugzak stoppen, naar een van God en alle zielen verlaten oord wandelen en daar de rugzak dumpen. Doei zware last, ik had niet om je gevraagd en trainen met gewicht doe ik voortaan wel in de sportschool. Inmiddels ben ik er van doordrongen dat dat geen optie is. Dus loop ik ermee door, dat moet ik en dat wil ik. Af en toe kan ik het wel van me afzetten maar definitief dumpen zit er niet in.

Ik zal mezelf met mildheid behandelen vandaag. Het is een kutdag en dat is het. Huilen mag, niet huilen ook. Er is een schrale troost: hoe ik me ook voel, ook al is het ‘al’ acht jaar geleden en zie ik Koen alleen in mijn dromen ouderwets ouwehoeren; ik hou nog steeds van hem. Misschien was het makkelijker als de liefde samen met de dood zou vertrekken naar gene zijde. Geen liefde is geen pijn. Maar ik voel wel pijn, schrijnend en zeurend en stekend. En dus weet ik: mijn liefde voor Koen is niet dood.

Oudere berichten Nieuwere berichten

© 2025 Tamara

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑