Tamara

schrijft

Categorie: tamara (pagina 13 van 27)

Je kunt dit niet

Je kunt dit niet.
Binnenkort val je door de mand.
Wie zit er op jouw bijdrage te wachten?
Wie ben jij om hier iets van te vinden?
Ze vinden je een beginneling.

Toen ik net begon in het P&O-vak, of HRM-vak zo je wilt, zat er een poppetje op mijn linkerschouder dat bovenstaande zinnetjes minstens een keer per dag in mijn oor tetterde. Op mijn rechterschouder zat ook een poppetje dat er bovenuit probeerde te komen met de mantra: dikke onzin.

In de beginjaren won het poppetje op de linkerschouder bijna altijd. Totdat ik meer ervaring opdeed en parallel daaraan meer zelfvertrouwen kreeg.

Ik kan dit wel.
Ik weet waar ik het over heb.
En die zelfverzekerde manager moet ook gewoon poepen.

Het poppetje op rechts was op den duur bijna altijd de winnaar. Die op links beschouwde ik als een hulpje om me scherp te houden en te blijven reflecteren op mijn functioneren als HRM-adviseur.

Nu ben ik bezig met het organiseren van mijn boekpresentatie. En dat doe ik voor het eerst, dus er komt voortdurend van alles voorbij waarvan ik denk: en hoe ga ik dit doen dan? Tot mijn verrassing bleek het poppetje op links opeens springlevend.

Hoezo boekpresentatie, ben je Renate Dorrestein ofzo?
Eigenlijk is het oerslecht geschreven maar niemand durft het te zeggen.
Waarom al die mensen uitnodigen voor zo’n niksig boekje?
Wie zit er te wachten op jouw verhaal?

Ik herken het venijnige stemmetje direct. Verbaasd luister ik naar de ondermijnende teksten. Al snel grijp ik het monstertje in de kraag en parkeer het buiten gehoorafstand. Gelukkig wordt de tegenhanger op rechts direct actief.

Ja, er zijn al veel boeken geschreven over zelfdoding, maar nog nooit door jou.
Wie het slecht geschreven vindt, tja, die vindt dat.
Trouwens, het is gewoon goed geschreven.
Jouw broertje verdient dit monument. En je ouders en jij ook.
Je bent een doorzetter.

Tevreden constateer ik dat ik de saboteur onder controle heb. Het positiviteitsgoeroetje op rechts overtuigt me nog niet altijd maar dat hoeft ook niet. Ik ga toch wel door.

Er is een proefexemplaar van mijn boek in de maak. Tot nu toe heb ik bijna zestig toezeggingen van mensen die bij de boekpresentatie willen zijn. Gister heb ik de spreker, Daan Westerink, ontmoet. Superleuk en deskundig mens; zij gaat een zeer onderhoudend en informatief kwartiertje verzorgen. Collega Bert, a.k.a. Tammo Tamminga, is het lied dat hij gaat spelen weer aan het oefenen vertelde hij me. Morgen heb ik een vergaderlunch met mijn twee ceremoniemeesters, Emmy en Francine, om het draaiboek door te nemen. Ondertussen veeg ik mijn linkerschouder schoon en zet ik door.

Ik kan dit wel.

Afbeeldingsresultaten voor keep calm and carry on

Bloot, omdat het moet

Eerst was er de gedachte.
Ik ga een boek schrijven.
Toen ging ik het doen.
Ik ben een boek aan het schrijven.
En nu zeg ik iets dat me nog steeds onwezenlijk in de oren klinkt.
Ik heb een boek geschreven.

Zo was ik laatst in Zwolle aan het werk. Loopt er een collega de kamer op die mij begroet met: ‘Hé hoi, het gaat goed met je boek of niet? Ik zie je berichten op Facebook.’ Waarop een andere collega me vragend aankijkt: ‘Je boek? Welk boek?’ En dan mag ik het weer zeggen. Ik heb een boek geschreven. Wie, ik?

Vorige week loop ik de kantine van mijn werk in Arnhem binnen. Een collega, leidinggevende binnen het conservatorium, ziet me en zegt: ‘Dag mevrouw de schrijfster.’ En weer iets langer geleden zegt een collega met een grote glimlach, leidinggevende van onder andere de modeopleiding: ‘Welkom bij de club.’ De club van kunstenaars, schrijvers, makers. Ik verbeeld me niets want ik kom net kijken, maar ik weet wel hoe het voelt om dat wat je rechtstreeks vanuit je hart gemaakt hebt, aan de hele wereld (want zo voelt Arnhem en omstreken nu aan) te laten zien. Alsof je in je blote kont staat, op een hoog podium met veel publiek ervoor en een bouwlamp op je gericht. En dan heb ik het boek nog niet eens concreet in handen gehad, laat staan anderen. De vormgeving is in volle gang.

Mijn ouders hebben de voorlaatste versie van mijn manuscript gelezen. ‘Je geeft jezelf wel bloot,’ zei mijn vader. ‘Maar dat zul je ook wel met Roel overlegd hebben.’ Nee. Het kon niet anders namelijk. Daar had ik geen overleg met wie dan ook voor nodig. Want hoe kan ik het taboe op zelfdoding, depressie en angststoornissen helpen verkleinen, als ik er zelf niet open over ben?

Ik heb een boek geschreven. En nou moet iedereen het weten ook.

Aanstaande opa

Toen ik zwanger was in 2011, schreef één van de aanstaande opa’s, mijn vader, een blog over zijn grootouderschap in wording. Dat publiceerde hij nergens want aan Facebook en andere social media deed en doet hij niet. Maar toen hij onlangs het stuk weer tegenkwam bij het opschonen van zijn pc, stuurde hij het me nogmaals toe en vroeg ik hem: mag ik het op mijn site zetten? Dat mocht. Lees hieronder hoe een bijna-opa het opa-in-wording-zijn beleefde. 

Het schijnt geweldig te zijn: opa en oma te worden. Nog mooier dan zelf kinderen krijgen. Of zoals een oud collega omschreef: ‘Het is eigenlijk jammer dat je eerst zelf kinderen moet krijgen om opa te kunnen worden!’

Je hebt dus kinderen. Als ze zelfstandig beginnen te worden en aan relaties beginnen ben je zeer bevreesd een ongewenste opa te worden. Als de ‘losbandige’ periode voorbij is en er een vaste relatie ontstaat tussen je dochter met een knul die je wel aanstaat en waarmee ze zelfs gaat trouwen, ja dan begint het pas echt te kriebelen. Zou het dan toch nog gebeuren? Jan en alleman om je heen wordt opa en jij nog steeds niet. Graag zou je je er mee willen bemoeien, maar de angst is diep geworteld dat dit de doodsteek is en er dus nooit een kleinkind komt. Ook kun je verder niets laten merken, want je zult het stel maar onbewust onder druk zetten. Wat ook zeer frustrerend, doch waarschijnlijk goed bedoeld is, zijn de vragen en opmerkingen van je zeer gewaardeerde sociale omgeving. ‘Word je al opa?’ Kun je niets mee.

Dan breekt ook de fase aan dat je er realistisch over na gaat denken. Over kinderen op de wereld zetten. Je weet en bedenkt dan dat er net zoveel, of zelfs wel meer, redenen zijn om dit niet te doen dan wel. Weer zakt je de moed in de schoenen, want je hebt een verstandige dochter. Moedeloos zink je neer op de driezitsbank. Je kunt niets doen en het grote (af)wachten heeft een definitieve aanvang genomen. Toch zijn er signaaltjes die, nogal teleurstellend, vooral gevoed worden doordat de wens de vader, danwel de opa, van de gedachte is. Maar goed, ze zijn er wel. Ze vindt kinderen wel leuk. Vooral die van haar vriendinnen, maar toch. Ze hebben nooit gezegd dat ze geen kinderen willen. Dit gaf dan weer veel hoop. Gelukkig liet schoonzoon zich ontvallen dat ze het nog niet wisten op mijn rechtstreeks vraag, toen hij weer eens de opslagruimte op onze vliering nodig had. Dit omdat ik bij een negatief antwoord de hele ‘babypruttel’, waar mijn liefhebbende echtgenote maar geen afstand van kan doen, van de hand had kunnen doen. Maar goed, ze wisten het dus nog niet. Het was me wel duidelijk: ik moest geduld hebben.

En dan komt het moment dat de jongelui een soort verplicht bezoek aanmelden. Je hebt een vermoeden, maar durft dit niet eens met de eventuele aanstaande oma te bespreken. De wens is ten slotte zo vaak, zoals ik al eerder meldde, de vader, in dit geval de opa, van de gedachte! Maar als er dan plots een fles jajem van het merk Ooievaar op tafel wordt gezet, dan hoeft er eigenlijk niets meer gezegd te worden. Op dat moment wordt het de aanstaande opa even te veel. Hij wil kalm blijven, zoals het hoort, maar het liefst had hij op tafel gaan staan dansen. Het rare is dat opeens ook de bezorgdheid begint en je weet zo gauw niet om wie je het meest bezorgd moet zijn. Om de aanstaande moeder, je eigen kind, of om je aanstaande kleinkind. Even is de opa in spé helemaal in de war. Schoonzoon hangt er maar bij op dat moment, hetgeen natuurlijk niet helemaal correct is, maar het is even niet anders. Iedereen gelukkig en blij. Wel wordt de opdracht meegegeven dat we het nog een tijdje geheim moeten houden, terwijl ik zelf het liefst een advertentie in de krant had gezet! Om over de geheimhoudingsplicht voor oma nog maar te zwijgen!

Nadat alles een beetje bezonken is breekt er weer een andere episode in het leven van de aanstaande opa aan. Als hij al eens meegaat winkelen, staat hij met de aanstaande oma niet meer alleen voor kleding-, schoenen- en juwelierszaken, maar ook voor kinderkledingzaken en speelgoedwinkels. Ik laat haar maar begaan en heb er, moet ik eerlijk bekennen, nog plezier in ook. Laten we maar zeggen voorpret. Allemaal erg prematuur, maar toch.

Op 9 februari 2012 moet het gebeuren. Althans volgens de berekeningen. Ben benieuwd welk wintersportevenement de kleine in de war stuurt. Maar ik, aanstaande opa, heb het er zéér graag voor over.

Veel mensen weten te melden dat het heel snel gaat. Ze bedoelen dan de ‘verwachtingstijd’. Het is zó 9 februari. Ja, het zal wel, maar het duurt mij allemaal veel te lang. Opa in spe is ongeduldig, bezorgd, zenuwachtig en ga zomaar door. Er zit niks anders op dan nagelbijten tot het grote moment en dan de ultieme opa worden, dat weet ik zeker.

Auteur: opa Giesbeek, de vader van Tamara en de opa van dochterlief

Beloofd o beloofd

Naast dat ik de afgelopen weken mijn manuscript afrondde, las ik ook dit boek: Man o Man, van Nathan Vos. Over de zelfdoding van zijn broer David. Ik schreef er al eerder iets over, voor ik het gelezen had. Via Twitter heb ik Nathan Vos beloofd te laten weten wat ik er van vond na lezing.

Daar gaat-ie.

Achterop het boek staat onder andere:
In Nederland brengen ruim twee keer zoveel mannen als vrouwen zichzelf om het leven. Maar vrouwen zijn twee keer zo vaak depressief. Hoewel het een niet per se met het ander te maken heeft, lijkt de correlatie helder: mannen zoeken geen hulp. Als ze al weten dat ze het nodig hebben. Nathan onderzoekt waar het misging bij David én bij elf lotgenoten, onder meer door met hun weduwes te praten.

De kritiek op het boek die ik vooraf hoorde, onderschrijf ik niet: Nathan generaliseert niet en pretendeert ook niet Het Antwoord op de waarom-vraag gevonden te hebben. Wel vertelt hij openhartig over wat de zelfdoding van zijn broer met hem deed en doet. Daarnaast gaat hij op zoek naar mogelijke verklaringen voor de daad van zijn broer, onder andere door elf lotgenoten via hun weduwes een klein monument te geven in zijn boek. Schrijnende, verbijsterende en liefdevolle portretten. En sommigen zeer herkenbaar, vooral de verhalen waarin de zelfdoding uit de lucht kwam vallen. Ook mijn broer liet nauwelijks iets merken van het donker in zijn hoofd en bam, weg was hij.

Bladzijde 275 tot en met 296 gingen over de troost die kunst je kan bieden. Zeer mee eens, maar de aanbevelingen over welke boeken te lezen en welke muziek te luisteren, waren niet aan mij besteed. En ik vond de structuur van het boek wat rommelig.

Maar die kritische nootjes vallen weg tegen het nut en de noodzaak van dit boek: het levert een waardevolle bijdrage aan het bespreekbaar maken van depressie, zelfdoding en rouw. En wie weet werkt het zelfs preventief. Al was het maar één keer.

20180117_094003

Always be yourself. Unless you can be a unicorn, then always be a unicorn.

Nog minder dan zeven uur en 2018 knalt erin. Ik zit op zolder achter mijn laptop en werk nog wat aan mijn manuscript. Dochterlief komt af en toe langs. Ze brengt me een tekening van zichzelf die ik al ingelijst had maar die ze ook nog wilde inkleuren. Manlief had ‘m stiekem uit het lijstje gehaald en ik mocht de woonkamer niet betreden want daar werd in het geheim gewerkt aan deze verrassing. Trots overhandigt ze me haar kunstwerkje. Ik bekijk ‘m uitgebreid en krijg toelichting van dochterlief. De paarse eenhoorn, de oranje-gele poes en alle andere dieren op de tekening zijn het eigendom van de elf in de hartjesjurk die onder de zon door fladdert.

‘Zal ik ‘m weer inlijsten?’
‘Ja maar dan zie je dit niet meer’, zegt dochterlief, en draait de tekening om. Op de achterkant staat, door haar zelf geschreven: Vera ♥ mama. Ik knuffel haar en zeg: ‘Maar dat onthoud ik wel hoor.’ Samen lijsten we de tekening in en dochterlief verdwijnt weer naar beneden. De elf glimlacht me ondanks de harde knallen onverstoorbaar en bemoedigend toe terwijl ik nog enkele dikke punten op diverse i’s zet.

Afgelopen januari schreef ik dat ik mijn boek uiterlijk 9 mei – de sterfdatum van Koen – van dit jaar zou afronden. De datum van 9 mei bleek te ambitieus, maar ‘dit jaar’ heb ik gehaald. Mijn teksten moeten nog door mijn schrijfcoach geredigeerd worden, maar het gegeven dat mijn manuscript daar zo goed als klaar voor is, vind ik een mijlpaal. Volgend jaar is Koen tien jaar dood en wordt mijn boek geboren.

Dochterlief komt weer binnen. Of ik nog een gele stift heb want die ene doet het niet meer. Ondertussen plukt ze wat aan het uitgeprinte manuscript dat naast me op het bureau ligt.
‘Is dit je boek?’ wil ze weten.
Na mijn bevestigende antwoord wil ze weten: ‘Kan papa het dan ook lezen?’
‘Dat heeft hij al gedaan.’
‘Vond hij het mooi?’
‘Ja.’
‘En ook een beetje zielig? En jammer van ome Koen?’
‘Ja, een beetje zielig en heel jammer.’
Ze wijst naar het titelblad en vraagt waarom daar nog geen foto staat. Dat was namelijk haar idee voor het omslag van het boek: een foto van mij. Toen ik zei dat het boek vooral over Koen ging, riep ze: ‘Dan een foto van jullie samen.’
Ik leg haar uit dat ik een mevrouw heb gevonden die er iets heel moois van gaat maken.

Laten we van 2018 ook iets heel moois maken. Een fijn feestje straks en kom maar door met dat nieuwe jaar!

20171231_152927

 

Oudere berichten Nieuwere berichten

© 2025 Tamara

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑