Afgelopen schrijfweek behandelde het thema ‘de waarheid’. De waarheid heeft veel kanten weten we, afhankelijk van wiens perspectief je kiest. De president van Amerika heeft daar ook een filosofie over; iets met ‘alternatieve feiten’. Een uitermate actueel schrijfthema dus.
De oefening luidde:
Neem nu een moeilijk familiegegeven, verzonnen of waar, en beschrijf dat kort maar gedetailleerd. Let op: omdat we nooit weten wat ‘de’ waarheid is en hoe die door verschillende betrokkenen beleefd wordt, schrijf je het korte verhaalfragment twee keer.
Het eerste fragment diende vanuit mijn perspectief geschreven te worden, het tweede fragment vanuit het perspectief van de andere partij. En tot slot mocht je in maximaal honderd woorden reflecteren op deze oefening.
Als voorval koos ik voor de door mij geïnitieerde breuk met een vriendin, nog geen maand na het overlijden van mijn broertje. Toen ik bedacht hierover te gaan schrijven, voelde ik al weerstand. Dat beschouwde ik als een signaal om door te zetten want daar schuurde blijkbaar iets. En een boek wordt pas interessant als de hoofdpersoon een (innerlijk) conflict ervaart heb ik geleerd, dus ik begon met frisse tegenzin aan de oefening.
Het eerste fragment ging vlot. De boosheid over het gedrag destijds van mijn voormalig vriendin kon ik snel oproepen en verwoorden. Daarna probeerde ik me te verplaatsen in haar perspectief. Van nature ben ik een empathisch mens; ook als iemand een andere mening heeft dan de mijne. Dit keer liet die eigenschap me in de steek. De feedback van Auke Kok luidde bijvoorbeeld dat ik de houding van mijn vriendin meer mocht verdedigen. Ook deed hij de suggestie om te beschrijven aan welke mindere kant van mij zij zich gestoord zou kunnen hebben. Daar zou ik een betere schrijver van worden. Het benoemen van mijn mindere kanten, verhoogt mijn geloofwaardigheid, zo betoogde hij.
Hij heeft gelijk natuurlijk.
Mijn mindere kanten benoemen, dat durf ik wel aan. Maar de houding van mijn voormalig vriendin verdedigen? Hell no. Toen realiseerde ik me: blijkbaar is er een hardnekkig bodempje gif achter gebleven dat maakt dat ik over deze schrijfoefening struikelde. Dus misschien moet ik de oefening nog eens maken en de feedback verwerken, net als ik de vorige keren heb gedaan.
Maar voorlopig begin ik daar niet aan want ik vind dat deze voormalig vriendin zich uitzonderlijk egocentrisch heeft gedragen in een periode dat ze er juist voor me had moeten zijn. Zie hier een mindere kant van mij: ik doe lang over het loslaten van dingen, zelfs als ik er geen reet aan heb om ze vast te houden.