Het restaurant is goed gevuld. Vriendin C., vriendin S. en ik hebben de bestelling doorgegeven. Drie gangen is vermoedelijk te weinig om onze royaal met gezin, werk, hobby’s, Netflix en vrienden gevulde levens door te nemen. Maar we doen een poging.

‘Hoe gaat het met je boek?’ wil vriendin C. weten. Het is zeker de vierde keer die week dat ik de vraag krijg. Is het een teken dat ik vooral moet doorzetten? Ik vertel dat manuscript nummer vier momenteel bij mijn schrijfcoach ligt, en dat ik in afwachting ben van haar feedback.

‘Heb je al een titel?’ informeert C., terwijl ze van haar witte wijn nipt.

‘Ja. Eerst had ik Er is iets heel ergs gebeurd, maar dat heb ik veranderd in de eerste zin van zijn afscheidsbrief. Vond ik toch beter.’ ‘Mogen we weten welke zin dat is?’ tast vriendin S. voorzichtig af.

Dat mag. Ik noem de zin hardop. Even later kijken twee paar ogen me waterig aan. ‘Dat is een goeie titel’, zegt C. ‘Heftig hoor’, zegt S.

‘Jeetje. Moeten jullie ervan huilen?’ constateer ik een beetje geschrokken. ‘Het is toch ook gewoon kut of niet dan?’ vat C. het verhaal van de zelfdoding van mijn broer treffend samen.

‘Staat de hele afscheidsbrief in je boek?’ vraag S.

‘Ja.’

‘Wat vinden je ouders daarvan?’

‘Dat weet ik nog niet.’

De afscheidsbrief. Koens laatste boodschap aan de wereld. Zonder aanhef, gericht aan iedereen en niemand in het bijzonder. Voor mij is het volkomen logisch dat die tekst in het boek komt. Essentieel zelfs. Het is een puzzelstuk in het antwoord op de vraag: waarom stapte hij eruit? Maar het is ook intiem. Kan ik dat wel maken eigenlijk? Ik neem me voor het volgend weekend aan mijn vader voor te leggen; we gaan een dag samen op stap dus alle tijd.

Mijn vriendinnen en ik prikken in de dungesneden tonijn en carpaccio met Parmezaan, terwijl we doornemen hoe ik het boek onder de aandacht zou kunnen brengen. C. komt met het idee van een eigen website, en legt uit hoe ik een domeinnaam registreer. S. heeft contacten bij de regionale radio en biedt aan te zijner tijd een radio-interview te regelen. Eigenlijk heb ik geen idee hoe groot of klein ik het wil houden. Een aantal van vijftig boeken zal ik vast weten te slijten. Vriendin S. en C. voorspellen veel grotere aantallen. Zou het?

Hoezeer ik me ook voorbereid en verdiep in de wereld van self publishing, als ik mijn boek geboren laat worden zal ik nooit precies weten wat ik me op de hals haal. Niet in praktische zin en zeker niet in emotionele zin. En toch ga ik het doen. Dit verhaal moet verteld worden. Voor de zekerheid heb ik alvast twee domeinnamen geregistreerd: mijn naam en de titel van mijn boek.

keep-calm-and-write-your-damn-book