Pas geleden attendeerde een lotgenoot me op de verschijning van het boek van Nathan Vos, getiteld: Man o man. Hij vertelt in dit boek over de zelfdoding van zijn broer David in 2015, en zet zijn eigen ervaring in een bredere context. Namelijk die van ‘de man’, om zo een poging te doen te achterhalen waarom mannen twee keer zo vaak zelfmoord plegen als vrouwen. In 2016 waren dit 1279 mannen en 615 vrouwen (bron: www.cbs.nl).

De boekbeschrijving schetst onder andere: ‘Mannen klooien. Ze spelen eerder een rol, meerdere vaak, dan dat ze een echt leven hebben. Waarom? Wij mannen leerden nooit volwassen te worden, zoals vrouwen dat wel leerden, betoogt Nathan. Daardoor weten we niet waar we voor staan, hoe we het beste met onszelf en anderen moeten omgaan en wat we nou eigenlijk echt willen.’

Het duurde even voor ik door had dat Nathan de broer is van Mei Li Vos (politica), die in 2016 in het televisieprogramma ‘De Kist’ sprak over de dood van haar broer David. Haar kwetsbaarheid raakt me, net als de totale herkenbaarheid bij de emoties die ze beschrijft.

In de NRC Next van dit weekend stond een interview met Nathan:

‘Een zelfhulpboek is het zeker niet, al kun je er wel aan aflezen dat hij „kilo’s boeken” over psychologie en spiritualiteit heeft doorgeworsteld. Wat is het wel? Zelfonderzoek, rouwverwerking, research. Maar bovenal is het een serieuze poging om ‘de’ man te doorgronden. Zijn missie was en is: begrip krijgen én kweken voor de niks-aan-de-hand-man.’

Ik ben benieuwd welke reacties het boek los gaat maken. De eerste reactie hoorde ik al van mijn lotgenoot: zij stoort zich aan de generaliserende toon, aan de ogenschijnlijke zekerheid waarmee bepaalde uitspraken gedaan worden. En de tweede reactie stond na het weekend als ingezonden brief in de NRC Next. De schrijfster van de brief besluit haar betoog met: ‘Kijk naar het individu, niet naar zijn of haar (gender)identiteit. Er bestaat niet zoiets als ‘de’ man of ‘de’ vrouw. Trouwens ook niet zoiets als ‘de’ zelfmoordenaar.’

Ik voel mee met die reacties. Maar ik weet nog niet wat ik er verder van vind. Laat ik het boek eerst maar eens lezen. In de basis juich ik de verschijning ervan toe omdat het bijdraagt aan het bespreekbaar(der) maken van zelfdoding, depressie en rouw; een belangrijk deel van mijn motivatie om te schrijven over m’n eigen ervaringen.

Of ik het verhaal van Nathan Vos herkenbaar vind moet blijken. Was mijn broer ook een ‘niks-aan-de-hand-man’? Deels wel. Hij heeft niemand laten merken dat hij zelfdoding overwoog. Zijn masker was groot en stevig vastgezet. Had ik hem kunnen redden door nog meer te praten, beter door te vragen, geen genoegen te nemen met zijn antwoord ‘nee natuurlijk niet’ toen ik hem quasinonchalant vroeg of hij suïcidaal was? Ik zal het nooit weten. Maar het bijbehorende schuldgevoel heb ik al lang geleden losgelaten. Als ik het interview lees met Nathan Vos is hij daar zelf nog niet aan toe, en dat spijt me voor hem want het is een erg zinloos en dus akelig gevoel.

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het boek vooral een vorm van rouwverwerking is, zeker als je bedenkt dat hij het zo kort na de dood van zijn broer geschreven heeft. Maar hoe jij of ik er ook tegenaan kijken, wat mij betreft staat voorop dat het goed én moedig is dat Nathan Vos zich zo kwetsbaar durft op te stellen en laat zien wat er met je kan gebeuren als je broer sterft door zelfdoding.