Tamara

schrijft

Maand: oktober 2021

Lichter

Het is geen kwestie van je gewoon niet zo druk maken. Genoeg ontspannen. Het is geen kwestie van jezelf stevig toespreken dat het allemaal nergens voor nodig is. Dat je je aanstelt, desnoods. Je wéét dat je iets voelt wat gebaseerd is op niets, je wéét dat er eindeloos veel mensen op deze aardbol zijn die echt reden hebben om bang te zijn. Die wetenschap helpt echter niet. Met een emmer frustratie als icing on the anxiety cake tot gevolg.

Waar ik dan bang voor was? Voor niets in het bijzonder. Het is geen gerichte angst. Het is ook geen fobie, zoals pleinvrees of hoogtevrees. Ik lijd niet aan een minderwaardigheidscomplex, ben niet onveilig gehecht en zelfs de zelfdoding van mijn broer, hoewel uiteraard nergens goed voor, staat er los van. Werk bleek wel een dikke trigger deze keer. Trok ik normaal hooguit een wenkbrauw op bij een mail met moeilijkheden waarna ik over ging tot professionele actie, nu raakte ik nagenoeg in paniek.

Nergens bang voor, maar vanaf het openen van mijn ogen in de ochtend was het er. De stress, het weeïge gevoel in mijn buik, een ademhaling die nauwelijks lager ging dan mijn decolleté. Mezelf overeind houden. Alle energie ging er naar toe. Mijn kind mocht niets merken, ik was gewoon aan het werk, mijn huishouden hield ik op orde. Haren kammen, mascaraatje op en hopen dat de dag snel voorbij zou zijn. Mijn hele systeem riep: LAAT. ME. MET. RUST. In plaats daarvan deed ik normaal. Ik voerde een eindeloos vermoeiend toneelstuk op. Na dik anderhalve maand besloot ik daarmee op te houden. Ik nam opnieuw mijn medicatie en binnen drie dagen was ik er weer. Ongelooflijk.

Sommige mensen met een gegeneraliseerde angststoornis zijn gebaat bij therapie, al dan niet in combinatie met medicatie. Ik heb dat ook geprobeerd, jarenlang, in allerlei varianten. Bedrijfsmaatschappelijk werkers, psychologen, haptonomen, ik leerde dingen van ze waar ik tot op de dag van vandaag profijt van heb. Maar de angst ging nergens heen.

Meer sporten, gezond eten. Ook die optie heb ik nog een keer afgestoft de afgelopen periode. Een maand nadat ik gestopt was met mijn medicatie, het was half mei, ging ik op de weegschaal staan. Het pillenstoptraject leek geslaagd, dus tijd om de coronakilo’s ook eens recht aan te kijken. Het cijfer dat de weegschaal onder mijn neus wreef, gaf me een gigantische schop onder mijn ietwat uitgedijde reet en de afgelopen vijf maanden ben ik bijna acht kilo afgevallen. Hoewel ik me daar een stuk beter bij voel, deed het precies helemaal niets voor mijn angststoornis. Mijn broekriem gaat drie gaatjes strakker, ik huppel lichtvoetiger de trap op, maar het monster liet zich niet insnoeren en bleef me stoïcijns vergezellen. Ik voelde me er alsnog loodzwaar door.

Sinds een krappe zes weken slik ik het spul weer. En ik ben in die periode minstens twintig kilo lichter geworden. Wat de weegschaal ook zegt.

Tussenstand

Toen ik mijn vorige blog schreef wist ik het eigenlijk al. Klaar was ik ermee. Met mezelf alle dagen van de week overeind houden en de dag doorslepen, en blij zijn als het een dag ‘wel ging’. Ik heb het vijf maanden geprobeerd zonder pillen. De eerste drie maanden leken goed te gaan. Maar heel venijnig nam het angstmonster weer bezit van me. Steeds een beetje nadrukkelijker. Net zo lang tot al mijn energie er voorbij de bodem aan op ging en mijn hele zelf overheerst werd.

En dus begon ik maandag 20 september toch weer met medicatie. Tot mijn stomme verbazing merkte ik al na een paar dagen opvallend veel verschil. Met nota bene de helft van mijn oorspronkelijke dosering, eigenlijk bedoeld als opbouw. Man, wat een opluchting. Geen tranendal meer in de ochtend, geen hartkloppingen meer, geen buikpijn meer en bijbehorende stoelgang (excusez, maar het is wat het is), geen nachtelijk gepieker om zinloze zaken, weg met de energievretende onrust. Eindelijk weer onderweg naar een normale concentratie, een gevoel van kracht en stevig in het leven staan.

Kortom, ik voel me weer zo goed als mezelf. Het monster zit verschrompeld in een hoekje van mijn bovenkamer. Af en toe steekt het nog een poot naar me uit en brengt me licht aan het wankelen. Maar me zo hard raken als de afgelopen weken lukt niet meer.

De huisarts noemde het moedig dat ik een poging had gedaan van de pillen af te komen. Een goede vriendin merkte pragmatisch op dat ik nu de vraag ‘Wat als… ?’ kon afvinken. Fijn, die bemoediging en relativering, want zelf vond ik het bij nader inzien een vrij domme actie, dat hele afbouwen. Lekkere ellende had ik over mezelf afgeroepen. Onzin natuurlijk. Al was het maar omdat ik nu wellicht met de helft van mijn oude dosering af kan. Dat had ik anders nooit ontdekt. De komende weken zal blijken of bijstelling naar boven nodig is. Maar voorlopig is dit de tussenstand.

En dan nog even dit. Voor wie zichzelf betrapt op het idee dat antidepressiva een ‘quick fix’ zijn voor mentale problemen, dat er per definitie voor iedereen veel betere alternatieven zijn dan medicatie of dat je het met pillen ‘dus niet zelf aankan’: lees dit artikel. Genuanceerder heb ik het nog zelden toegelicht gekregen.

Dankjewel voor alle lieve, openhartige en hartverwarmende reacties op mijn vorige blog. Hoewel dat niet het doel is waarmee ik mijn verhaal de wereld in slinger, doet het me erg goed. Jullie sterken me daarmee bovendien in de overtuiging dat er steeds meer mensen zijn die begrijpen dat mentale gezondheid gewoon bespreekbaar moet zijn voor wie dat wil of nodig heeft, zonder vooroordelen.  

© 2024 Tamara

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑