Tamara

schrijft

Maand: oktober 2017

Waar begin ik aan?

Het restaurant is goed gevuld. Vriendin C., vriendin S. en ik hebben de bestelling doorgegeven. Drie gangen is vermoedelijk te weinig om onze royaal met gezin, werk, hobby’s, Netflix en vrienden gevulde levens door te nemen. Maar we doen een poging.

‘Hoe gaat het met je boek?’ wil vriendin C. weten. Het is zeker de vierde keer die week dat ik de vraag krijg. Is het een teken dat ik vooral moet doorzetten? Ik vertel dat manuscript nummer vier momenteel bij mijn schrijfcoach ligt, en dat ik in afwachting ben van haar feedback.

‘Heb je al een titel?’ informeert C., terwijl ze van haar witte wijn nipt.

‘Ja. Eerst had ik Er is iets heel ergs gebeurd, maar dat heb ik veranderd in de eerste zin van zijn afscheidsbrief. Vond ik toch beter.’ ‘Mogen we weten welke zin dat is?’ tast vriendin S. voorzichtig af.

Dat mag. Ik noem de zin hardop. Even later kijken twee paar ogen me waterig aan. ‘Dat is een goeie titel’, zegt C. ‘Heftig hoor’, zegt S.

‘Jeetje. Moeten jullie ervan huilen?’ constateer ik een beetje geschrokken. ‘Het is toch ook gewoon kut of niet dan?’ vat C. het verhaal van de zelfdoding van mijn broer treffend samen.

‘Staat de hele afscheidsbrief in je boek?’ vraag S.

‘Ja.’

‘Wat vinden je ouders daarvan?’

‘Dat weet ik nog niet.’

De afscheidsbrief. Koens laatste boodschap aan de wereld. Zonder aanhef, gericht aan iedereen en niemand in het bijzonder. Voor mij is het volkomen logisch dat die tekst in het boek komt. Essentieel zelfs. Het is een puzzelstuk in het antwoord op de vraag: waarom stapte hij eruit? Maar het is ook intiem. Kan ik dat wel maken eigenlijk? Ik neem me voor het volgend weekend aan mijn vader voor te leggen; we gaan een dag samen op stap dus alle tijd.

Mijn vriendinnen en ik prikken in de dungesneden tonijn en carpaccio met Parmezaan, terwijl we doornemen hoe ik het boek onder de aandacht zou kunnen brengen. C. komt met het idee van een eigen website, en legt uit hoe ik een domeinnaam registreer. S. heeft contacten bij de regionale radio en biedt aan te zijner tijd een radio-interview te regelen. Eigenlijk heb ik geen idee hoe groot of klein ik het wil houden. Een aantal van vijftig boeken zal ik vast weten te slijten. Vriendin S. en C. voorspellen veel grotere aantallen. Zou het?

Hoezeer ik me ook voorbereid en verdiep in de wereld van self publishing, als ik mijn boek geboren laat worden zal ik nooit precies weten wat ik me op de hals haal. Niet in praktische zin en zeker niet in emotionele zin. En toch ga ik het doen. Dit verhaal moet verteld worden. Voor de zekerheid heb ik alvast twee domeinnamen geregistreerd: mijn naam en de titel van mijn boek.

keep-calm-and-write-your-damn-book

Dier en liefde

Op verzoek van Editio, de online schrijversacademie, heb ik een ter ere van dierendag een blog geschreven. Klik op de link! https://www.editio.nl/…/po…/tamara-baars-dier-en-liefde.html (De foto van het schattige meisje met dito hond komt niet uit mijn privé collectie ) Geen zin om te klikken? Lees dan de tekst hieronder.

Dier en liefde

Ze heette Cindy. Haar zwarte haren glansden als opgepoetste herenschoenen. Als ze me met haar bruine ogen onschuldig aankeek en smeekte om aandacht, bood ik zelden weerstand. Zodra ik uit school kwam, huppelde ze me tegemoet voor een aai over de bol. Mijn moeder nam haar een jaar voor mijn geboorte in huis. We groeiden samen op. Ik wist niet beter of Cindy was er, altijd.

Blaffen deed ze niet vaak. Grommen alleen als je te dicht in haar buurt kwam wanneer ze een bot afkloof. Toen ik groter werd, stopte ik Cindy graag in mijn oranje poppenwagen. Dat tolereerde ze enkele minuten, daarna sprong ze eruit en bleef uit mijn buurt tot de kust veilig was.

Rond haar twaalfde werd Cindy ziek. Vermoedelijk omdat ze stiekem aardappelschillen had gegeten. Haar rug werd smal, haar vacht dof.  Mijn vader ging met het arme beest naar de dierenarts. ‘Ongeneeslijk ziek,’ luidde het vonnis, en ze kreeg een spuitje. Wat was ik verdrietig.  Zelfs mijn vader, eerder hondengedoger dan -liefhebber, moest bekennen dat hij een traantje had weggepinkt bij het verlies van onze harige vriendin. Als troost kreeg ik haar halsband met daaraan het metalen kokertje waar haar naam en adres in zaten. Het rammelende geluid ervan klonk zo vertrouwd dat het leek alsof Cindy niet echt weg was.

Sindsdien is Dierendag voor mij nooit meer hetzelfde.

De allereerste Dierendag vond plaats op 4 oktober 1930, aldus de site van de Dierenbescherming. De dag is bedoeld om aandacht te vragen voor het welzijn van dieren. Mooi. Dieren behandel je met respect en zorg en dat is helaas niet voor iedereen vanzelfsprekend.

Er zijn ook mensen die de invulling van respect en zorg voor een huisdier vrij ruim nemen. Zo hoorde ik  twee weken geleden op de radio over het verschijnsel peticure: de nagels van je hond (of kat) laten lakken. Een opkomende trend uit Amerika. In San Diego bestaat zelfs een speciale nagelsalon voor honden. Het doet me denken aan honden die kleine Uggs aangemeten krijgen, of een regenjasje van dezelfde stof als de jas van het bazinnetje.

Er zijn ook mensen die hun hond ‘ons kindje’ noemen. Ze stellen de liefde voor hun teckel gelijk aan de liefde voor een kind. Mijn moeder is zowel haar hond als haar kind kwijtgeraakt.

Wekelijks bezoekt mijn moeder het graf van haar jongste kind, waarbij ze de plantjes met pijn en liefde verzorgt en de olielamp brandend houdt. Ze zet verse bloemen neer en poetst de grafsteen met zachte hand zodat de naam van haar zoon niet vervaagt.

Achter de glazen kastdeurtjes in de woonkamer staat een foto van Cindy, liggend op de donkerblauwe vloerbedekking van destijds. Eens per twee weken wordt het lijstje door mijn moeder vluchtig afgestoft.

© 2024 Tamara

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑