Vorig weekend. Het is een grijze zaterdagmiddag en daar zit ik. Aan het bureau op onze ruime zolder, mijn blik gericht op de open geklapte laptop. Gehuld in een weinig flatteuze maar comfortabele joggingbroek. Kopje thee erbij, en een gevulde thermoskan ernaast om in ieder geval één smoes minder te hebben om te stoppen met wat ik van plan ben te gaan doen. Ik weet dat ik het wil, dat ik het kan en dat het moment daar is om door te pakken. Man de hort op, kind uitbesteed. Kortom, niets houdt me tegen om mijn manuscript weer eens diep, langdurig en ongestoord in de ogen te kijken.
Voor ik het weet ben ik tweeënhalf uur verder en is de thee koud geworden. Ik ontwaak uit een soort meditatieve toestand en constateer dat het al bijna donker is. Ik was verdwenen in het verhaal, in de woorden en de jaren die voorbij gingen. Het verhaal van Koen en mij, over wie hij was, wie wij waren als broer & zus en waarom ik denk dat hij eruit stapte. Ik heb geschreven, geschoven, geschrapt en tranen weggeslikt. En geaarzeld. Moet ik wel zó met de billen bloot? Ja. Als ik mijn eigen rafelrandjes achterwege laat is het verhaal niet compleet. Mijn broer en ik, wij leken op elkaar.
Ik pauzeer even van mijn manuscript en klik naar de site van Editio, naar mijn wedstrijdverhaal. Tot mijn verrassing en dankbaarheid ben ik de duizend stemmen gepasseerd! De afgelopen weken kreeg ik niet alleen veel stemmen maar ook veel reacties. Via Facebook, Twitter, LinkedIn en Instagram. Allemaal even hartelijk, warm, lief of ontroerend. Stuk voor stuk aanmoedigingen om door te gaan, om dat boek te schrijven.
Toen mijn artikelen vorig jaar in de NRC Next en JAN Magazine verschenen, had ik een veel groter bereik dan nu met mijn wedstrijdverhaal. Toch voelt meedoen aan deze wedstrijd kwetsbaarder. Misschien lijkt het op het verschil tussen spelen in een uitverkochte Kuip of spelen in de bovenzaal van Luxor Live. In dat kleine bovenzaaltje is er voor de muzikant geen ontsnappen aan. Hij voelt direct hoe zijn muziek landt. Alle social media tezamen vormen voor mij een soort bovenzaal waar ik deelgenoot wordt gemaakt van alle emoties die mijn verhaal oproept. Een bijzondere ervaring.
Ik besluit dat het genoeg is geweest voor die zaterdag en klap de laptop dicht. Maar het schrijfvuur is weer flink opgepookt dus binnenkort zit ik opnieuw in joggingbroek op zolder te werken aan het manuscript. Mijn broertje is dan wel dood maar mijn verhaal over hem is alive and kicking.
Stemmen kan nog tot 14 januari:http://mijn.editio.nl/schrijfwedstrijd/er-is-iets-heel-ergs-gebeurd/
Koen & ik – 1 en 6 jaar oud, winter 1979 –