Ik open mijn voordeur. Mijn broertje kijkt me grijnzend aan en stapt met zijn lange benen de drempel over. Aan zijn voeten versleten bootschoenen. Er volgen drie zoenen waarbij ik als altijd zijn stoppels op mijn wangen voel schuren.
“Ha, hoe is het?” vraagt hij me.
“Goed, met jou?”
“Prima”.
Hij ploft op de bank en legt z’n handen op z’n knieën. “Wat eten we?” vraagt hij, hongerig als altijd. Ik vertel dat ik dat nog niet weet en dat hij me mag helpen boodschappen doen.
We lopen samen de deur uit en slenteren in de middagzon naar de Albert Heijn. Zoals wel vaker als ik met mijn broertje over straat loop, vraag ik me af of mensen zien dat we broer en zus zijn. Of denken ze dat we een koppel vormen? Koen babbelt wat over zijn werk en ik luister. Ondertussen neemt de spanning in mijn keel toe. Koen is zich nergens van bewust. Tot ik plots inhoud. “Shit” roep ik. Koen kijkt me verbaasd aan. “Wat is er?” “Daar loopt Rob, hij ging ook de Albert Heijn in. Met zijn nieuwe liefje. Kom we gaan terug, we halen straks wel boodschappen.” “Welnee! Wat kan jou die gast schelen? Kom, ik ben bij je. En trouwens, ik wil wel eens zien voor welk lelijk mokkel hij mijn zus ingeruild heeft.” Ik schiet in de lach en laat me overhalen. Samen wandelen we de groenteafdeling op. Mijn oog speurt rond. Niet naar ingrediënten voor een gerecht maar naar een glimp van mijn ex en zijn vriendin. Koen ziet me aan en besluit een aantal gangpaden af te lopen om mij te kunnen vertellen waar het object van mijn obsessie zich bevindt. Bij de augurken, rapporteert hij me. En hij vindt de nieuwe vriendin echt heel lelijk. Onbegrijpelijk dat zijn zus daarvoor aan de kant is gezet. Hij grinnikt. Ik kijk hem aan en verbaas me over de omgedraaide rollen. Ben ik niet de grote zus die wijze dingen tegen hem zou moeten zeggen in plaats van dat mijn kleine broertje mij steunt? Plots zie ik de volwassen kerel van 22 die hij is. Boomlang, op zichzelf wonend, een vaste relatie. Ik besluit dat ik zijn steun prettig vind en haal diep adem. Inderdaad, wat kan mij die ex en zijn ordinaire liefje schelen. “Goed, wat zullen we eten?” vraag ik mijn broertje. “Maakt me niet uit, als het maar veel is.”