Als je zoals ik tot na je dertigste regelmatig single bent geweest, dan krijg je de vraag met de regelmaat van de klok. Heb je al een vriend? Soms was het antwoord ja en soms nee. Een enkele keer volgde dan de vraag: hoezo niet? Al dan niet met de ogenschijnlijk sympathieke toevoeging: zo’n leuke meid als jij! Meestal worden dit soort vragen gesteld door mensen die vrij ver van je af staan, tijdens een luchtig gesprekje. Vrienden mogen me van alles vragen.
Goed. Toen ik dan ein-de-lijk Mr. Right binnen gehengeld had, leek het mij dat ik klaar was met dit soort vragen van vage bekenden. Helaas, een illusie. Al snel volgde: wanneer gaan jullie samenwonen? Toen ook dat voor mekaar was, werd er hier en daar voorzichtig geïnformeerd naar onze kinderwens. Dat werd nog véél erger toen we aankondigden te gaan trouwen. Hoezo gaan jullie trouwen, willen jullie kinderen? Euh.. geen idee. Maar we trouwen met elkaar vanwege de liefde. Oh ja, dat kan natuurlijk ook.
En zoals dat gaat in het leven, als je dat wilt EN als je mazzel hebt, kwam er ook een prachtige spruit in ons leven. Ze is inmiddels bijna anderhalf jaar en sinds twee weken loopt ze. Als een trotse mini-diva waggelt ze steeds steviger op haar kleine mollige pootjes door het hele huis. Je zou denken dat er nu geen vragen meer komen. Maar jawel, daar is ie dan toch: komt er nog een tweede? Of, erger: wannéér komt de tweede? De reacties op mijn antwoord op deze vraag, namelijk: er komt zeer waarschijnlijk geen tweede, zijn redelijk neutraal. Op eentje na: enig kind zijn is niet goed voor de ontwikkeling. En dat uit de mond van iemand zonder kinderen. Niet dat je dan geen mening mag hebben over koters, maar u snapt mijn punt.
Toen ik twintig was, had ik (nog?) geen ideaalplaatje voor ogen. Een vaste relatie en samenwonen leek me wel wat, maar trouwen en een kind? Mwah, niet echt een aantrekkelijk idee. Tot die ene ware zich aandiende, toen lag het opeens anders. Maar toch. Ik stoorde me – en nog steeds – aan die min of meer opgelegde norm van: partner, samenwonen, eventueel trouwen, minimaal 2 kinderen, liefst met maximaal 2 jaar leeftijdsverschil, dat alles in combinatie met een koophuis (check), een dikke auto (helaas) en als kers op de taart: een goudkleurige labrador (nope, zelfs geen goudvis). Voor wie dit wil, prima. Maar soms loopt het anders in het leven. Je ontmoet die ene ware niet, of (in biologisch opzicht) te laat. Of je wilt gewoon geen partner en/of kinderen. Of je kunt geen kinderen krijgen. Redenen te over, al dan niet binnen iemands invloedssfeer, om van die norm af te wijken. That’s life, in goed Nederlands. Iemand nog vragen?