‘Er is iets heel ergs gebeurd’. Deze korte zin vormde de inleiding tot mijn leven na Koen. Wat dan? En hoe erg is het? ‘Koen is overleden. Hij heeft zelfmoord gepleegd’. Zo erg is het dus.
Vrijdag 9 mei 2008, half acht in de ochtend. De bel gaat, tegelijk met de wekker van Roel. ‘Wat een timing’, mompel ik slaperig. Roel doet de voordeur open. Ik blijf liggen, mij verheugend op de vrije dag die voor me ligt. De fysiotherapeut neemt rond half twaalf mijn rug onder handen en daarna ga ik van een zonnige dag genieten. Het loopt anders. Roel haalt me uit bed en zegt dat twee politieagenten me willen spreken. Verbaasd over het vroege bezoek probeer ik te bedenken wat ze komen doen. Bekeuring? Buurtonderzoek? Ik loop de woonkamer in. Daar zitten ze, de twee agenten. Eén van hen ken ik, een collega en vriend van mijn vader. ‘Hee Hans,’ zeg ik. Wat doet hij nou in uniform bij mij op de bank? Zou hij koffie komen drinken? Alles is beter dan wat op zijn gezicht te lezen staat. Hans staat op, pakt me bij mijn schouders en zegt: ‘Er is iets heel ergs gebeurd. Koen is overleden. Hij heeft zelfmoord gepleegd.’ Onder mijn voeten opent zich een luik en langzaam zak ik weg. ‘Het is niet waar, het is niet waar,’ kan ik nog uitbrengen. Ik hoor Roel vloeken, terwijl hij me vastgrijpt om te voorkomen dat ik omval.
9 mei 2013. Is het al of pas vijf jaar geleden sinds deze onwerkelijke scene zich afspeelde in onze woonkamer? In die vijf jaar is er zoveel gebeurd. Roel en ik zijn getrouwd, Vera is geboren. Vrienden van Koen kochten huizen, kregen kinderen, wisselden van baan. En toch, vijf jaar voelt als vorige week. Op de ontwrichting na, die is voorbij. Ik heb ermee leren leven, tegen wil en dank. Maar het schrijnende en schurende gemis blijft. Elke dag. Hoe pijnlijk ook, het gemis betekent dat hij bij me is. Dus neem ik toch maar weer een biertje op hem vandaag, om het leed te verzachten en te vieren dat hij 30 jaar mijn broertje was. Proost eikel, als ik je ooit nog weer eens tegenkom ben je nog niet jarig.